Terug naar de startpagina

Edwin

 Terug naar de startpagina van Edwin

 

Toelichting
 

     Begin jaren negentig ben ik (pas) in de korpsmuziekwereld, de S&MB (Show & Marching Bands), terecht gekomen.
Via een toenmalige vriend werd ik lid van de Schiedamse Rijnmondband, één van Nederlands topkorpsen.
Ik begon daar op kleine trom, maar sprong al snel over op de bekkens en de grote trom.
Maar toen al had ik een stille hoop op de plek helemaal voor aan het korps: die van tambour-maître.

Omdat mijn werk toen niet te combineren viel met het drukke repetitie- en optredenschema van de Rijnmondband moest ik mijn lidmaatschap opzeggen en kwam ik eind 1994 bij O.B.K. (Oefening Baart Kunst), ook in Schiedam, terecht.
Ook daar begon ik op de kleine trom en omdat de geschiedenis zich vaak herhaalt, ging ik ook daar via de bekkens naar de grote trom.

Toen de tambour-maître vertrok, schoof de reserve-maître op en kwam die plek vrij.
Ik heb me er toen gelijk voor aangemeld en werd door bestuur en instructie, na een korte training en een test, gekozen als reserve-maître.
In die hoedanigheid heb ik op 20 en 27 maart 1999 meegedaan aan een seminar met de Senior Drum Major van de Royal Air Force,
 zeg maar de oppertambour-maître van de Engelse luchtmachtkorpsen, Flight Sergeant Harvey Baigent.
Het certificaat wat ik toen heb mogen ontvangen hangt nog steeds ingelijst bij me in de gang.


 

Tijdens die "cursus", waar ongeveer een 30-tal tambour-maîtres uit heel Nederland deelnamen,
merkte ik dat ik veel meer in me had en dus ook meer wilde dan alleen maar reserve zijn.
In november las ik in een bondsblad dat TTMM Groot-IJsselmonde uit Rotterdam een vaste maître zochten.
Ik heb toen gesolliciteerd en werd, mede dankzij het certificaat, aangenomen.
Op 1 januari 2000, mijn 28e verjaardag, werd ik daar de korpsleider.

Maar niet alles gaat zoals je wel eens zou willen.
Een verschil van mening over de manier waarop een korps geleid zou moeten worden zorgde er voor dat ik er in augustus 2002 mee stopte.
Ik heb een paar maanden zonder vereniging thuis gezeten totdat ik van de voorzitter van mijn oude club, O.B.K. Schiedam,
de vraag kreeg of ik niet schuiftrombone wilde komen spelen.
(Ik had ooit eens gezegd, dat als ik ooit zou gaan blazen, het op de schuiftrombone zou zijn.)
In december 2002 begon ik met lessen en zat dus weer helemaal terug in en op het oude nest.
Met dit verschil dat ik weer gewoon reserve-maître was, want er liep toen al weer iemand anders voorop.

Deze stopte er echter mee halverwege 2005 en toen is mij weer gevraagd de mace, zoals de tambour-maître stok officieel heet, over te nemen.
En tot op de dag van vandaag die ik dit nog steeds met volle overgave en heel veel plezier.



Dit is een foto van mijn eigen mace.
Deze heb ik zelf in 2000-2001 aangeschaft en ben er dan ook zeer zuinig op.
Hij is volledig op maat gemaakt en uitgebalanceerd, zodat hij perfect bij mij past.
 

Wat is nu de belangrijkste taak van de tambour-maître?
In feite komt het er op neer dat je het korps en de majorettes tijdens een optreden zo goed mogelijk hetgeen laat doen,
waar ze iedere week voor repeteren.
De meeste mensen denken dat je "de baas" bent, maar eigenlijk sta je in dienst van de groep.
Een korps kan zonder tambour-maître de straat op, maar een tambour-maître zonder korps is onmogelijk.
In dat opzicht is het best te vergelijken met een buschauffeur.
Je "bestuurt" een groep en moet met alles rekening houden, ook zaken die je niet direct kan voorzien
zodat het korps zich kan concentreren op marcheren, muziek maken en show draaien.

Naast het leiden van het korps tijdens optredens ben ik ook onderdeel van het instructieteam.
Ik ben mede verantwoordelijk voor de exercitie, zeg maar het leren lopen met instrument.
 Zowel tijdens de exercitierepetities als de extra lessen voor de leerling muzikanten.
Daarnaast hou ik me ook bezig met de muziek, ik ben de ogen en oren voor de instructeurs tijdens de optredens.
Ik bepaal mede het marsprogramma, dat jaarlijks opgefrist wordt, en samen met de manager bekijk ik van tevoren de optredens,
zodat dan al eventuele te verwachten problemen opgelost kunnen worden.

Je ziet het: ik heb het er lekker druk mee. Maar het is ook weer iedere keer een kik om met de 30 man, die we nu hebben, de straat op te gaan en een reactie bij het publiek uit te lokken. En wat mij betreft moet het iedere keer weer spetteren en perfect gaan. Ieder geslaagd optreden, en zeer weinig doen dat niet, is voor mij weer een stimulans om verder te gaan. Niet alleen voor de groep, maar ook voor mezelf.