Redactie & vormgeving
Wim Koeleman

Ooit zei een passagier tegen mij: "Je weet niet half hoeveel belangrijke en invloedrijke passagiers je vervoert". Ik moet weleens aan deze opmerking denken. Het is volkomen waar. Mensen van allerlei kunnen gaan er bij ons langs en we weten echt niet hoe, wat of waarom. Een enkele keer komt er echter een passagier naar boven drijven. Als je bijvoorbeeld de site van Marty Werkman opent, met reeds de 7 miljoenste geregistreerde bezoeker, zie je eerst bovenaan een bus (in flash) langs flikkeren en daarna niets meer…? Of toch. Jawel daar rechts op je scherm staat al jaren de naam van een van de steunpilaren van de site. Het gaat om Dick van der Goot. Hij organiseert wekelijks een enquête op de webpagina "openbaarvervoerinboskoop"(klik op het logo). Er staat een OV vraag met meestal 10, soms 7 keuze-antwoorden. Rare vragen af en toe zoals: "Wat vind je van de Berkhof Ambassador bus" (week 41-2005, die vraag was overigens nog van Marty zelf) of "Welke vestiging heeft de beste dienstregeling" (week 3-2009). Ikzelf kan hier niet zo veel mee maar honderden anderen zijn het duidelijk niet met mij eens. Zij klikken steeds maar weer een vakje aan bij wat hun het meest juiste antwoord lijkt. Echt honderden antwoorden per week komen binnen. Onderaan de 'poll' kun je klikken naar de pagina met de vragen en antwoorden van alle weken (vanaf week 41, 2005), ter inzage keurig gerangschikt. En toen ik dat had bekeken, moest ik toegeven dat er verrassend leuke vragen en antwoorden te zien zijn.

(klik hieronder op het logo)

Waarom nu zo'n lange introductie?
De verantwoordelijke man achter dat fraais is Dick van der Goot.
Als je geen OV sites bezoekt en nooit met iemand over het OV praat is Dick wellicht een grote onbekende.
Hij zal ook niet snel bij de chauffeur rond hangen voor een praatje.
Maar neem het gerust van mij aan, hij houdt alles heel goed in de gaten!

Wie is Dick van der Goot nou eigenlijk?

Zijn vader werkte bij de belastingdienst. En in de 50 / 60er jaren werden deze mensen van hot naar her gestuurd voor wat ondersteuning. Zo is het gezin Van der Goot van Oss, waar Dick in 1952 is geboren, al heel snel naar Leeuwarden verhuisd. Daar woonde Dick toen hij nog maar anderhalf jaar oud was.
Toen ik hem vroeg op welk moment hij zich voor het eerst voor het openbaar vervoer interesseerde kreeg ik als antwoord: "Ik zal een jaar of vier geweest zijn denk ik…". Zonder dollen, het antwoord kwam er zo uit rollen.
Zijn moeder zette hem in de kinderstoel bij het raam en iedere keer zag hij weer die grote gekleurde dingen voorbij gaan. Die grote gekleurde dingen bleken bussen te zijn van het bus bedrijf NTM in Friesland (NEDERLANDSCHE TRAMWEG MAATSCHAPPIJ, dochter van de NS). Er waren destijds, medio jaren 50, in Leeuwarden drie buslijnen met name: lijn een, twee en drie. Er reed op dat moment, hoezeer de naam NTM dat ook deed voorkomen, geen enkele tram meer in Leeuwarden. En vooral lijn twee en achter het huis langs lijn drie, gingen regelmatig zijn raam voorbij. Hij herinnert zich dat er per bus verschillende soorten kaartjes (qua kleur) in omloop waren en dat hij een keer een onbekend kleurtje tegenkwam waarop hij bij zichzelf vaststelde dat deze van lijn 1 moest zijn want die kende hij nog niet. Dick was toen slechts vier of vijf jaar oud!
 

Want nog toen hij vijf was, gingen pa en ma weer verhuizen en het werd dit keer Amersfoort. Daar woonde hij ruim 10 jaar. Daar werd zijn interesse voor het Openbaar Vervoer verder op- en uitgebouwd. Zo leerde hij in Amersfoort de vervoeronderneming Tensen kennen. Later heeft hij de site van Marty gebruikt om daar een artikel aan te wijden. Dit artikel illustreerde Dick o.a. met zelfgemaakte foto's (jaren 70).
In Amersfoort begon hij ook bus- en bijbehorende kentekennummers te noteren, maar naderhand interesseerde hij zich vooral voor de dienstregelingen. In 1968 is het gezin wederom verhuisd en ditmaal naar Gorinchem. Ook daar was hij intensief met de hobby bezig maar zijn betrokkenheid bij Amersfoort en omgeving is nooit verdwenen. Zijn ouders zijn er later ook weer gaan wonen.

Dick is in 1970 in Delft gaan studeren en woonde gedurende deze tijd in Pijnacker. Hij studeerde aan de TH (thans TU) Civiele Techniek en is daar afgestudeerd in de richting 'Verkeerskunde'. Dit onderwerp moet iets ruimer worden gezien dan de studie van verkeerskundige die zich vooral bezig houdt met logistieke problemen en spitsvondigheden. Na zijn studie heeft hij nog tien jaar bij de TU gewerkt. Zo is er van zijn hand (samen met co-auteurs Johan Doornenbal, Paul Wiggenraad en Maurits van Witsen) een artikel verschenen in het Blad 'Transportation Planning and Technology' (volume 10, issue 1, june 1985) met als kop van het artikel: "Ways of influencing time loss when transferring between dissimilar public transport systems". (Vrij vertaald (jvdb): manieren om overstaptijd te beïnvloeden tussen verschillende openbaar vervoer systemen.)

Hij zat gedurende zijn TU-tijd niet alleen maar achter de boeken. Ook was hij nogal eens op de weg te vinden waar hij zijn interesse voor het openbaar vervoer en in het bijzonder voor het rijdende spul verder uit kon werken. Dit was niet zozeer in Delft en omstreken, maar vaak elders in het land. Later trokken echter vooral de stokoude bolramers in het Westland zijn aandacht. Deze wagens van Leyland/Werkspoor, trokken hem eind jaren 70 vaak naar het Westland. Zijn lievelingsbussen bleven echter de Volvo/ZABO's van Tensen en BBA, maar in de Westlandse omgeving werd de bolramer 4744 zijn favoriete bus.

In deze tijd ontmoette hij ook een andere jongeling die heel erg warm liep voor dat rijdende spul. Zijn naam is Piet Bakker, later chauffeur geworden in Delft (tegenwoordig in Zoetermeer). Onder busenthousiastelingen is Piet een heel bekende naam. Al sinds 1970 was Dick lid van de ADV (Autobus Documentatie Vereniging), zie het logo bovenaan deze pagina. Uit die tijd kende hij behalve Piet van Gaart (zie bij de andere passagiers van deze pv-pagina) en ook (latere) chauffeurs zoals Harry Laming, Henk Busscher en Dik Dubbeldam. Gelukkig voor hem en andere busenthousiastelingen hebben de laatste zes bolramers zeker tot 1978 gewoon hun rondjes gereden in het Westland. Dick meende dat pas in 1980 deze wagens voorgoed uit de normale dienst zijn verdwenen. De 4697 is overgebleven als museumbus. (zie foto)

Ondertussen heeft Dick zich ook op een ander gebied verder ontwikkeld. Hij werd lid van de Delftse tak van de Christen Unie (voorheen RPF, vertegenwoordigd in Delft in combinatie met de SGP). Van 1994 tot 2004 was hij zelfs voorzitter van de Christen Unie in Delft. Bij het neerleggen van de voorzittershamer werd hij geroemd met de woorden: "Betrokken, idealistisch, persoon met kennis van zaken en een genuanceerde kijk op politieke kwesties". Tegenwoordig is hij nog steeds actief als niet-raadslid met name als lid van de selectiecommissie van de Christen Unie.
 

Als je naar zijn beroep vraagt, komt er een vaag begrip tevoorschijn als: Senior Consultant bij NEA. Dat vraagt om uitleg.
NEA is een samenvoegsel van een aantal vroegere wetenschappelijke bureaus. Dat waren het NVI (Nederlands Vervoer Wetenschappelijk Instituut), het EBW (Economisch Bureau voor Weg- en Watervervoer) en het ACB (Automatiserings Centrum voor het Bedrijfsvervoer, als Dick het goed heeft onthouden, want daar heeft hij nooit zelf voor gewerkt). Tezamen vormen de eerste letters "NEA". Tot eind 2007 gevestigd in Rijswijk en tegenwoordig in Zoetermeer. Het onderdeel waar vooral Dick zich mee bezig houdt, is het zoeken naar de behoeftes en uitbrengen van adviezen in het personenvervoer en ook het verdelen van de (strippen)kaart- en abonnementinkomsten gaat via zijn afdeling.
Het eerste onderwerp "het zoeken naar behoeftes en uitbrengen van adviezen" houdt soms het opstellen en beoordelen in van diverse OV-enquêtes en het meedenken met vooral provincies en stadsregio's over b.v. aanbestedingseisen. Voor het andere doel, het verdelen van kaartopbrengsten, worden er landelijk enquêteformulieren verspreid en de ingevulde formulieren worden in Zoetermeer vastgelegd en beoordeeld. De aantallen die men jaarlijks (zolang de OV-chipkaart nog niet volledig is ingevoerd) te verwerken krijgt belopen tussen de 100.000 en 200.000 stuks. Naar aanleiding daarvan worden door NEA verdeelsleutels bepaald, die per verkooppunt en per type kaart verschillend kunnen zijn waaruit de betrokken vervoersdiensten hun inkomsten genereren.

Dit wetende is het niet vreemd dat hij zijn eigen kennis op een wat speelse manier verrijkt door middel van de enquêtes op de pagina van Marty Werkman. Hij moet dat vooral blijven doen. Er is, gezien de bezoekersaantallen en de mensen die de moeite nemen om de enquêtes in te vullen, heel erg veel behoefte aan.

Omdat Dick niet zo op de voorgrond treedt en zijn gezicht al helemaal niet zo bekend is, hoop ik daar met dit artikel wat aan gedaan te hebben.
Wij denken dat wij als chauffeurs belangrijk zijn en voor een deel is dat natuurlijk ook zo. Als er gestaakt wordt, merk je dat onmiddellijk maar de mensen achter de schermen zijn minstens zo belangrijk in dit geheel. Denk hieraan als we soms met lege bussen rondrijden of soms weer geconfronteerd worden met het inkorten van een goedlopende lijn. Worden er wellicht nu of in de nabije toekomst goede alternatieven geboden? Wij chauffeurs denken dat we het weten maar wij bekijken het erg vaak vanuit een wat beperkt perspectief. Voor het grotere geheel heb je deskundigen nodig die achter de balie of achter een bureau aan de touwtjes trekken. Het zij zo. We worden er niet slecht voor beloond en dan bedoel ik niet alleen in geld maar je ontmoet in ons werk ook mensen zoals Dick!
 

Ter afsluiting zou ik willen opmerken dat de ChristenUnie/SGP-fractie in Delft enkele jaren geleden (als enige) tegen medewerking van de gemeente Delft aan de nieuwe tramlijn tussen Leidschendam en Delft-TU-wijk heeft gestemd. Dit vanwege de hoge kosten, terwijl met minder geld een even goed bussysteem (à la Zuidtangent) had kunnen worden aangelegd, En vanwege de daarvoor noodzakelijke bezuinigingen op het overige busvervoer in Delft, die inmiddels zichtbaar zijn geworden in de verslechteringen van de busverbindingen met Voorhof, Buitenhof en Tanthof (lijnen 80/82/130 in plaats van voorheen 60/62/64). Dick was daar destijds nauw bij betrokken. De tijd ontbrak om het daar verder over te hebben.
Nu de aanleg van de tram naar de TU-wijk nog meer gaat kosten en nog langer gaat duren dan destijds werd voorgespiegeld, voelt Dick zich verder in zijn opvatting gesterkt maar kennelijk zijn er ook deskundigen die daar anders over denken. We blijken allemaal maar mensen. Ik ben blij dat ik ze mag vervoeren, dat in ieder geval!
 

Cobus